Het ontvangende partnerschap schrijft binnen twee weken na de peer reviewdag een verslag.
Het ontvangend partnerschap en bezoekend panel bepalen samen een datum voor de peer reviewdag, binnen de termijn voor peer review zoals aangegeven door het Ministerie van OCW beschreven in de regeling. Het ontvangend partnerschap is verantwoordelijk voor het opstellen van het dagprogramma en draaiboek van de peer reviewdag. Over de opzet en uitvoering van de peer reviewdag vindt afstemming plaats tussen het ontvangend partnerschap en het bezoekend panel. Ze maken onder meer afspraken over:
Ter voorbereiding plaatst het ontvangend partnerschap de kritische reflectie, bijlagen en de ID in de peer review planner, de digitale tool die het partnerschap ondersteunt bij de organisatie en alle stappen in het proces van de ontwikkelingsgerichte peer review. Het bezoekend panel heeft via de peer review planner toegang tot deze documenten.
Voorafgaand aan de peer reviewdag komt het panel bij elkaar om kennis te maken en om rollen en taken op de peer reviewdag te verdelen en voor te bereiden. Degene die de coördinerende taken uitvoert, neemt het initiatief voor deze bijeenkomst.
De peer reviewdag duurt maximaal één dag. Er worden in elk geval gesprekken gevoerd met functionarissen in de verschillende lagen en van verschillende partners van het ontvangend partnerschap en het bezoekend panel (open dialoog) over de vooraf vastgestelde vraagstukken, casuïstiek, uitdagingen of thema’s.
Aan het eind van de peer reviewdag reflecteren het bezoekend panel en het ontvangend partnerschap afzonderlijk op de bevindingen van de dag. Daarna komen zij bij elkaar en bespreken ze de wederzijdse bevindingen met expliciete aandacht voor aanbevelingen. De nabespreking is de basis voor het verslag.
Informatie & inspiratie
Draaiboek | Partnerschap Academische Opleidingsschool Twente West
Het partnerschap levert ter voorbereiding op de peer review drie documenten aan:
De kritische reflectie bevat:
Informatie & inspiratie
Kritische reflectie | Partners in Opleiding en Ontwikkeling
Het bezoekend panel bestaat uit vertegenwoordigers van twee partnerschappen, waarvan één partnerschap wordt gekozen door het ontvangend partnerschap. Hierbij kan cross-sectoraal te werk worden gegaan. Het tweede partnerschap wordt door het ontvangend partnerschap gekozen uit een shortlist met partnerschappen uit de eigen sector die via de peer review planner zijn geselecteerd.
Het bezoekend panel bestaat uit 5 of 6 leden met verschillende functies (strategisch, tactisch en operationeel), bijvoorbeeld:
Een van de panelleden neemt de coördinerende taken c.q. de voorzittersrol van het bezoekend panel op zich. Het ontvangend partnerschap levert een secretaris. De secretaris is geen lid van het panel.
– De professionele ontwikkeling van ervaren leraren kan één van de eigen ambities zijn van een partnerschap of van een school of schoolbestuur. Binnen de peer review is ruimte voor dergelijke eigen ambities. De kwaliteit ervan heeft (net zoals het geval is bij Inductie) geen financiële consequenties.
– Erkende opleidingsscholen met een ontwikkelingsgerichte variant van peer review, stellen na de peer review zelf een rapportage op.
– Aspirant-opleidingsscholen van de lichting 2019 die aan de hand van het nieuwe kader beoordeeld worden, stellen níet zelf de rapportage op. Het visiterend panel verzorgt in dit geval de rapportage.
– De werkwijze van peer review betekent dat partnerschappen niet alleen gereviewd worden maar zelf ook bijdragen aan het reviewen van een of meer andere partnerschappen. Daarmee heeft het veld zelf een belangrijke rol in de (door)ontwikkeling van kwaliteit van samen opleiden en inductie en wordt er zo optimaal mogelijk gezorgd voor het over en weer leren van elkaar. In het najaar van 2019 volgt meer informatie over de werkwijze en systematiek van peer review.
In de Regeling staat (artikel 12): ‘In geval de opleidingsschool bij de aanvraag in het schooljaar waarin peer-review dient plaats te vinden geen rapport van de meest recente peer-review heeft aangeleverd, zal DUS-I de Minister adviseren over het voortzetten, opschorten of stopzetten van de subsidie.’
– Partnerschappen Samen Opleiden die gebruik willen blijven maken van de Regeling, dienen elke drie jaar peer review te houden en het verslag daarvan in te dienen bij DUS i. Dat is een voorwaarde voor voortzetting van de subsidie (tezamen met de opgave studentaantallen). De peer review van een partnerschap kan gaan over: a) Samen Opleiden of b) Samen Opleiden en Inductie. Wanneer de peer review over b) Samen Opleiden en Inductie gaat heeft de kwaliteit van Inductie geen consequentie voor de subsidie conform de Regeling Tegemoetkoming Kosten Opleidingsscholen.
– Scholen en schoolbesturen die geen deel uitmaken van een partnerschap Samen Opleiden kunnen gebruik maken van het kwaliteitskader ten behoeve van de eigen kwaliteitszorg en kwaliteitsontwikkeling bij Inductie. De kwaliteit van Inductie heeft geen financiële consequentie voor de school of het schoolbestuur.
– Op het moment van schrijven (sep 2019) is het kwaliteitskader en de werkwijze van peer review nog in ontwikkeling. De planning is om eind 2019 de definitieve versies van het Kwaliteitskader en van de werkwijze van peer review te publiceren. Via de website van DUS i, het Platform en de nieuwsbrieven van de PO-/VO- en MBO Raad houden we u op de hoogte.
– Indien meerdere lerarenopleidingen in de opleidingsschool deelnemen, vindt de eerste peer review plaats uiterlijk drie jaar na de eerstvolgende accreditatie van de eerste geaccrediteerde lerarenopleiding. De eerstvolgende accreditatieronde van lerarenopleidingen vindt plaats in schooljaar 2020-2021, dat betekent dat voor de partnerschappen waar deze lerarenopleiding deel van uitmaakt, de eerste peer review uiterlijk in schooljaar 2023-2024 zal plaatsvinden. Voorbeeld: een partnerschap VO heeft twee universitaire lerarenopleidingen en drie hbo-lerarenopleidingen als partners. De hbo-lerarenopleidingen worden geaccrediteerd in 2021/2022. De universitaire lerarenopleidingen in 2020/2021. De eerste peer review dient dan uiterlijk in schooljaar 2023/2024 plaats te vinden.
Ik ben een.. | Beoordeling | Eerstvolgende beoordeling… | Beoordeling door.. | Beoordeling op basis van.. |
Aspirant opleidingsschool 2015/2016/2017 | In het 3e of 4e jaar | 2015 (vo) /2016 (po, mbo) à 2019
2016 (vo) à 2020 2017 (po, vo, mbo) à 2021 |
NVAO | Protocol NVAO (feb 2018) |
Aspirant opleidingsschool 2019 | In het 4e jaar | 2023 | Peer review | Kwaliteitskader Samen Opleiden & Inductie |
Erkende opleidingsschool PO, VO, MBO | Elke 3 jaar | Uiterlijk drie jaar na afloop van het schooljaar waarin de eerstvolgende accreditatie van de deelnemende lerarenopleiding plaatsvindt. | Peer review | Kwaliteitskader Samen Opleiden & Inductie |
– Op het moment van schrijven is daar nog geen concreet antwoord op te geven, omdat het kwaliteitskader en de werkwijze van peer review nog in ontwikkeling zijn. Verdere informatie over dit onderwerp volgt in het najaar.
– Het systeem van peer review komt voort uit het perspectief van gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en opleidingen, kwaliteitsontwikkeling en het ambitieniveau van de partnerschappen. Peer review aan de hand van het kwaliteitskader moet de basiskwaliteit borgen en kwaliteitsontwikkeling stimuleren.
– Omdat de peer review door de betrokken sectoren met ondersteuning van een uitvoeringsorganisatie zelf zal worden georganiseerd, geeft dit meer ruimte voor een eigen invulling die aansluit bij de eigen ambities en (regionale) context. De peer review levert input op voor ontwikkeling van het partnerschap, van personeelsbeleid op scholen en van de lerarenopleiding.
– De NVAO en de inspectie kijken beiden naar onderdelen van partnerschappen, maar in de peer review komt het geheel aan bod, het niveau van het partnerschap. Dat kan andere inzichten opleveren.
– De NVAO voert vanaf heden (zie Regeling 26 juli 2019) níet meer de beoordeling uit van reeds erkende opleidingsscholen. Het past niet bij de huidige ontwikkeling van het Samen Opleiden en Professionaliseren om vast te houden aan deze beoordeling. De NVAO kan op basis van de wet namelijk alleen naar het hoger onderwijs deel van de samenwerking kijken. Dit gedeelte neemt de NVAO al mee bij de reguliere accreditatie van de lerarenopleidingen, die in 2020 weer van start gaat. Werkplekleren is bij veel opleidingen inmiddels de norm en maakt daarom, net als in de vorige accreditatieronde, inherent onderdeel uit van de reguliere accreditatie (bron: brief OCW).
– De NVAO blijft wél de lerarenopleidingen accrediteren, en daarmee ook het werkplekleren als onderdeel van het totale programma binnen de lerarenopleidingen. De accreditatie van de lerarenopleiding is een voorwaarde om onderdeel uit te kunnen maken van een partnerschap Samen Opleiden.
– De NVAO beoordeelt nog wél de aspirant-opleidingsscholen van de lichtingen 2015 (reeds plaatsgevonden), 2016 en 2017. De lichting aspirant-opleidingsscholen 2019 wordt niet meer door de NVAO beoordeeld.
– Wanneer het nieuwe kwaliteitskader gereed is volgt een toelichting op de verschillen met de standaarden die de NVAO hanteerde bij de beoordeling van opleidingsscholen. Uitgangspunten van het nieuwe kwaliteitskader die afwijken van de uitgangspunten van de standaarden van de NVAO: